Outplacement wordt vaak bekostigd vanuit de transitievergoeding. In dat kader staan we stil bij het nieuwe regeerakkoord van kabinet Rutte-III (‘Vertrouwen in de toekomst’) dat veranderingen aankondigt voor de transitievergoeding.
De transitievergoeding is een ontslagvergoeding die per 1 juli 2015 is ingevoerd. Het doel van de transitievergoeding is tweeledig: compensatie voor ontslag en het makkelijker werk kunnen vinden. De hoogte van de transitievergoeding wordt berekend op basis van het bruto-uurloon en het aantal dienstjaren van een werknemer. Volgens de oorspronkelijke regeling heeft iedere werknemer die minstens 24 maanden in dienst is geweest bij een werkgever recht op de transitievergoeding bij ontslag. Maar er zijn wel uitzonderingen op deze regel. Wanneer een werknemer bijvoorbeeld spullen van zijn werkgever heeft gestolen, kan dit voor de rechter reden zijn om geen ontslagvergoeding toe te kennen. Het hangt in dit voorbeeld af van de ernst van het gedrag van de werknemer en of de deze al eerder in de fout is gegaan.
Het nieuwe kabinet heeft plannen om de huidige regeling te wijzigen. Op een aantal punten zal de vergoeding veranderen:
De plannen zijn duidelijk, maar de daadwerkelijke uitvoering zal nog even op zich laten wachten. Volgens de planning in het regeerakkoord zal er in 2019 gestart worden met de wijzigingen voor de transitievergoeding. De wijzigingen zullen echter voor die tijd verder uitgewerkt worden, onder meer met de sociale partners. Daarna moeten ook de Tweede en Eerste Kamer de plannen nog behandelen en goedkeuren.