Bedrijven zijn steeds minder in staat de transitievergoeding voor ontslagen werknemers te betalen. Dat werd door verschillende partijen uitgesproken op BNR. De soms hoge transitievergoeding maakt ook outplacement en reorganisaties lastiger. Toen de transitievergoeding in 2015 werd geïntroduceerd hield men begrijpelijkerwijs geen rekening met extreme omstandigheden als Covid-19, maar wat is wijsheid nu bij veel ondernemers het water echt aan de lippen staat?
Veel werkgevers zijn momenteel genoodzaakt te snijden in de loonkosten om het hoofd boven water te kunnen houden. Maar met de wettelijke transitievergoeding kan dit hoge kosten met zich meebrengen, in het bijzonder bij lange dienstverbanden. De maximale transitievergoeding staat nu op 84.000 euro. De consequentie daarvan is dat bedrijven soms noodgedwongen mensen in dienst houden. Zo ziet DAS meer ontslagzaken waarbij bedrijven niet of minder transitievergoeding willen betalen. Volgens Ondernemend Nederland speelt dit al sinds november. Tegelijkertijd moet opgemerkt worden dat het bij kortere dienstverbanden om bescheiden bedragen kan gaan en dat de transitievergoeding ten opzichte van de oude situatie reeds is versoberd.
Hans Biesheuvel, voorzitter van Ondernemend Nederland, komt met de suggestie om de transitievergoeding voor te financieren. Als alternatief noemt hij ook het gespreid betalen van de transitievergoeding. Robèr Willemsen van Koninklijke Horeca Nederland wijst op zijn beurt op het afnemen van de totale loonsom die ten koste gaat van de NOW-subsidie en TVL-steun. Tegelijkertijd krijgen horeca-ondernemers te maken met de extra kosten van de transitievergoeding. Willemsen zoekt het in aanpassingen in de steunmaatregelen of het overdragen van de transitievergoeding aan het UWV. Minister Koolmees heeft al laten weten voorfinanciering niet te zien zitten omdat het demissionair kabinet juist werkgelegenheid wil behouden. Wordt ongetwijfeld vervolgd.