Dat er een stijging is in het aantal werknemers met een burn-out merken ook outplacementbureaus. Uit ons onderzoek k blijkt dat in zo’n veertig procent van de outplacementtrajecten burn-out een belangrijke oorzaak vormt. Hoewel dit percentage bij re-integratietrajecten nog hoger ligt (bijna zestig procent) is dit opvallend noemen. Lees meer over onze bevindingen over outplacement bij burn-out.
Een outplacementtraject wordt doorgaans ingezet na ontslag, bijvoorbeeld vanwege een reorganisatie. Onze cijfers lijken echter ook op een nieuwe trend te wijzen: het inzetten van outplacement na ziekteverzuim, uitval van de werknemer of stressklachten. Zoals een van de ondervraagde outplacementcoaches illustreert: ‘Ik zie een toename in het eerder doorverwijzen door werkgevers.’ Deze coach voegt daar aan toe aan dat werkgevers een burn-out steeds serieuzer lijken te nemen en dit idee wordt breed gedeeld. De afgelopen jaren lijkt er wat dat betreft een omslag in denken te hebben plaatsgevonden. Burn-out wordt niet meer gezien als modeziekte, maar als een aandoening waarmee serieus rekening gehouden moet worden en als het even kan ook preventief.
Opvallend is dat bijna alle ondervraagde coaches (werkzaam in outplacement en/of re-integratie) adviseren om meer te focussen op de preventie van burn-out. Zij zien daarvoor zowel voor werkgevers als werknemers een belangrijke rol weggelegd. Een van deze coaches zegt daarover: ‘Ga in gesprek zonder te oordelen en kijk samen naar praktische oplossingen om het werk goed te kunnen doen.’ Daarbij geeft men de voorkeur aan het houden van zo’n gesprek op regelmatige basis. Het is ook belangrijk dat niet alleen zaken op het werk aan bod komen maar ook eventuele problemen thuis. Mogelijke knelpunten in de privésfeer die zijn weerslag kunnen hebben op het werk kunnen dan eerder ontdekt worden. Een veilige werkomgeving is natuurlijk cruciaal, want werknemers zullen minder snel problemen benoemen als zij bang zijn voor consequenties.
De ondervraagde coaches zijn er duidelijk in dat preventie niet alleen een taak van de werkgever is. De werknemer kan zelf ook meer doen op dit gebied. Zelfkennis en zelfreflectie worden genoemd als waardevolle zaken om een burn-out te voorkomen. Maar zoals een van de coaches opmerkt: ‘Vaak zijn dat juist dingen die men pas leert tijdens of na een burn-out.’ Op dit gebied valt dus een flinke verdiepingsslag te maken. Daarnaast is het goed om de eigen levensstijl onder de loep te nemen. Een belangrijke risicofactor is bijvoorbeeld het veelvuldig gebruik van social media die veel energie, tijd en aandacht kunnen vergen en vooral in de privésituatie doorwerken. Een van de outplacementcoaches noemt daarom het belang om actief op zoek te gaan naar energiegevers als tegenwicht voor dit soort energievreters.
Mensen zeggen vaak dat ze zijn overvallen door een burn-out. Zij hebben dan echter gedurende een langere periode kleine en grote waarschuwingssignalen over het hoofd gezien. Denk dan aan symptomen als vergeetachtigheid, vermoeidheid, hoofdpijn en buikpijn. Dat is een gemiste kans, want juist dit zijn vaak de eerste signalen dat de stress te veel wordt. De door Outplacement Kiezen ondervraagde coaches zien veel in preventieve maatregelen. Werkgevers én werknemers kunnen hiermee aan de slag, al dan niet onder professionele begeleiding. Die focus op preventie zal na verloop van tijd zijn vruchten gaan afwerpen en veel schade kunnen voorkomen. Met behulp van deze preventieve werkwijze moet het mogelijk zijn om de stijgende burn-out cijfers een halt toe te roepen.