Ga je iedere dag met tegenzin naar je werk? Dan zit je misschien wel 'opgesloten in je baan'. Organisatiepsycholoog Merel Feenstra-Verschure deed onderzoek naar dit weinig besproken fenomeen dat vaak niet zonder gevolgen blijft.
Een op de vijf medewerkers zit opgesloten in zijn of haar baan. Je kunt ze op verschillende manieren herkennen. Het zijn bijvoorbeeld mensen die met regelmaat mopperen over hun baas, takenpakket of het bedrijfsbeleid. Wie vervolgens vraagt waarom ze de organisatie niet verlaten, krijgt verschillende excuses te horen. Die variëren van 'ik ben de kostwinnaar', 'ik ben hier al zo lang werkzaam' en 'ik ben te oud' tot 'ik heb de kwalificaties niet' of 'mijn werk is te specialistisch'. Merel Feenstra-Verschure signaleert nog een ander probleem. Volgens haar beseffen mensen niet altijd dat ze vast zitten in hun baan waardoor ze veel te laat in actie komen. In het slechtste geval eindigen ze met depressieve gevoelens en een langdurige burn-out.
Een van de problemen die uit het onderzoek volgt, is dat mensen angst hebben om te zeggen dat ze ontevreden zijn met hun werk. Dat klinkt immers niet zo goed op een verjaardag. De oplossing ligt vaak bij het durven maken van keuzes en offers. Wie een salarisoffer maakt voor ander werk wordt daar op de langere termijn doorgaans gelukkiger van. Maar ook werkgevers zouden meer kunnen doen. Als een werknemer zijn of haar hart lucht dan moedigen werkgevers de vertrekintentie vaak verder aan. Een werknemer is echter in de meeste gevallen nog helemaal niet zo ver. Het opbouwen van een goede vertrouwensband en het vroegtijdig signaleren van ontevredenheid maken dat werknemers gemakkelijker hun hart durven te luchten zonder dat ze meteen vertrekken. Dat houdt ook de mogelijkheid open om intern iets te kunnen veranderen, volgens Merel Feenstra-Verschure van The People Society.