Het nieuwe kabinet wil het slapend dienstverband onmogelijk maken. Momenteel is het nog zo dat een werkgever niet verplicht is om een zieke werknemer na twee jaar ziekte te ontslaan. Formeel is deze werknemer dan dus nog bij de werkgever in dienst zonder dat die verplicht is loon door te betalen. In die situatie hoeft een werkgever evenmin een transitievergoeding te betalen. Hier komt echter waarschijnlijk verandering in.
Het nieuwe kabinet wil voorkomen dat een werkgever een werknemer in dienst houdt teneinde het betalen van een transitievergoeding te vermijden. Want ook bij langdurige ziekte heeft een werknemer bij beëindiging van zijn contract recht op een een transitievergoeding. Deze kan bijvoorbeeld aangewend voor scholing of outplacement. In de huidige regeling geldt dit recht overigens pas wanneer een werknemer langer dan twee jaar in dienst is. Het kabinet vindt deze situatie onwenselijk en wil de constructie van het slapend dienstverband onmogelijk maken.
Het wetsvoorstel ‘Transitievergoeding bij ontslag’ moet de werkgever gaan verplichten een zieke werknemer te ontslaan in plaats van in een slapend dienstverband te houden. Daaruit volgt dat de ontslagen werknemer recht heeft op een transitievergoeding. Om de lasten van de werkgever hierin te verlichten is het plan om de werkgever hiervoor een vergoeding te geven uit het Algemeen Werkloosheidsfonds. De werkgever heeft immers in de huidige situatie te maken met dubbele lasten: loondoorbetalingsverplichting tijdens de ziekte en met de transitievergoeding bij ontslag.
Al in 2016 is gesproken over het invoeren van bovengenoemde wetswijzigingen. Vanwege de kabinetsformatie is de beslissing over deze voorstellen echter uitgesteld. In het nieuwe regeerakkoord wordt nu gesproken over invoering vanaf 1 juli 2019. De kans is dus groot dat tot die tijd de huidige regeling blijft gelden, waardoor ook de constructie van het slapend dienstverband nog niet tot het verleden behoort.