Welke belangrijke gebeurtenissen op het gebied van outplacement vonden er het afgelopen jaar plaats? En wat mogen we verwachten in 2019? Zo rond de jaarwisseling is het een mooi moment om even terug, maar ook om vooruit te kijken. Tijd voor een eindejaarslijstje!
Een 45-plusser wordt op de arbeidsmarkt al snel bestempeld als ‘te oud’. Om die reden wordt er bij hen minder geïnvesteerd in bij- en nascholing. Wanneer de ‘oudere’ zijn huidige functie blijft uitoefenen, is dit vaak geen probleem. Pas op het moment van ontslag of outplacement blijkt dit een struikelblok te zijn. Het bemoeilijkt een ‘van werk naar werk’-traject, omdat de werknemer niet breed inzetbaar is. Om dit te voorkomen, heeft de minister in 2018 besloten dat er tot 1 juli 2019 subsidies beschikbaar worden gesteld aan werkgevers die hun werknemers willen begeleiden in hun loopbaanontwikkeling.
Het is belangrijk dat jongeren de ruimte krijgen op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd is het niet de bedoeling dat de expertise en kennis van oudere generaties verloren gaat. Om die reden nemen steeds meer organisaties een generatiepact op in hun cao. Met behulp van dit pact kunnen ouderen voordelig minder uren gaan werken, terwijl de vrijgekomen uren ingevuld kunnen worden door jongeren. In 2019 en de jaren daarna zal moeten blijken of dit doel door het generatiepact echt bereikt gaat worden.
De overheid wil dat Nederland in 2020 tot een van de meest duurzame landen van Europa gaat behoren. De energietransitie zal banen opleveren (bijvoorbeeld in het onderhoud van windmolens), maar ook veel banen gaan kosten. Zo zijn er in 2018 een aantal kolencentrales gesloten en dit zal ook nog in 2019 doorgaan. De SER waarschuwde in 2018 de overheid: het is belangrijk om geld vrij te maken voor om- en bijscholing van medewerkers in de energiesector. Zo zullen er heel wat outplacementtrajecten gaan lopen. Dit zal ook 2019 merkbaar zijn. De verwachting is dat de energietransitie uiteindelijk veel banen zal opleveren. Ook dit zal de komende jaren merkbaar moeten worden.
De regering heeft in haar regeerakkoord vastgelegd dat er veranderingen nodig zijn voor de transitievergoeding. In 2018 is zowel de Eerste als de Tweede Kamer akkoord gegaan met de eerste wijziging: er komt een compensatie voor werkgevers voor betaalde transitievergoeding na langdurige uitval door ziekte. Hoewel de wetswijziging pas officieel ingaat op 1 april 2020, zal hierbij ook naar eerdere jaren gekeken gaan worden. Het is dan mogelijk om met terugwerkende kracht een vergoeding aan te vragen tot 1 juli 2015. In 2019 zal er verder gesproken gaan worden over de wijzigingen bij de transitievergoeding. Zo is het de bedoeling dat een werknemer binnenkort al vanaf werkdag 1 recht gaat krijgen op een transitievergoeding. Nu is dit pas na 24 maanden dienstverband.