De overheid is al een tijd zoekende naar een nieuwe balans op de arbeidsmarkt. Er zijn veel klachten over het slechte evenwicht tussen bijvoorbeeld vaste en flexibele contracten. Om die reden kwam minister Koolmees met de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB). Afgelopen maand ging de Eerste Kamer akkoord met deze nieuwe regelgeving, maar dat ging niet zonder slag of stoot.
In de Tweede Kamer waren veel twijfels over de nieuwe wet, maar afgelopen februari stemden de regeringspartijen, de SGP en FvD uiteindelijk voor het voorstel. Het was toen al duidelijk dat werkgeversorganisaties als MKB-Nederland en VNO-NCW niet blij waren met de veranderingen. Ook uit andere hoek, de uitzendorganisaties, kwamen klachten. In de Tweede Kamer bleek dus uiteindelijk voldoende draagvlak te zijn, maar het bleef lang onduidelijk of dat ook in de Eerste Kamer het geval zou zijn. Vooral de VVD zag weinig in de aanpassingen. Ze had vooral grote vraagtekens bij de snelheid waarmee Koolmees de wetgeving wil invoeren (per 1 januari 2020). Uit de cijfers bleek namelijk dat er in de afgelopen twee jaar relatief weinig flexibele contracten waren aangegaan en juist veel arbeidscontracten voor onbepaalde tijd waren afgesloten. Zou de Wet Werk en Zekerheid, ingevoerd in 2015, niet gewoon alsnog zijn werk goed doen? Was het niet beter om de evaluatie van deze wet nog even af te wachten? Deze vragen werden zoal opgeworpen.
De Wet Arbeidsmarkt in Balans gaat voor nogal wat veranderingen zorgen per 1 januari 2020. Zo hebben werknemers vanaf dat moment na drie jaar recht op een vast contract. Momenteel is dat twee jaar. Ook kan ontslag met de WAB voortaan op basis van een optelsom van redenen tot stand komen, de zogenaamde cumulatiegrond. In de huidige situatie is het zo dat ontslag slecht kan plaatsvinden als volledig voldaan wordt aan één van de 8 ontslaggronden. Verder zal ook op het gebied van de transitievergoeding het nodige gaan veranderen. Zo zal een werknemer direct bij aanvang van de arbeidsovereenkomst recht krijgen op deze wettelijke ontslagvergoeding (nu is dit pas na twee jaar). Verder komt er een maximale vergoeding; na tien jaar of langer in dienst komt er geen extra bedrag meer bij. Een derde punt is dat de vergoeding wordt berekend op basis van de feitelijke duur van de arbeidsovereenkomst. Momenteel is het nog zo dat bij de berekening op halve dienstjaren wordt afgerond.